Trial and Error
Het Trialpark Salzstiegl in de Oostenrijkse Steiermark is een geweldige ervaring. Waar krijg je de kans om over de meest indrukwekkende natuurlijke hindernissen te vliegen? Ook trial-beginneling Franziska Huber was enthousiast.
Dat mijn ‘toerbuffel’ eigenlijk een ‘reisenduro’ is, heb ik mijn omgeving inmiddels duidelijk kunnen maken. Maar dat ‘reisenduro’ in de pers en de verkoopbrochures meestal ‘zware allroad’ wordt genoemd, rangschik ik maar in de categorie: ‘leuk om te weten, maar voor de motorloze medemens volkomen zinloos en daardoor alleen maar verwarrend’.
De uitbreiding van mijn motorverzameling zorgde toch al voor vraagtekens bij mijn gehoor, want mijn tweede motor is volgens de fabrikant een ‘hard enduro’. Hoeveel simpeler was het geweest als mijn Husqvarna TE250 gewoon ‘enduro’ zou heten, waardoor mijn bezigheid gewoon als ‘endurorijden’ zou worden betiteld?
“Ben je weer wezen trialrijden?” vragen ze me vaak. Iets dat weliswaar getuigt van belangstelling in mijn persoon, maar absoluut niet in motorrijden, want anders zou ik niet hoeven antwoorden: “Nee, ik rij geen trialmotor en dus ben ik ook niet wezen trialrijden!”
Zelfs iemand die nog nooit een motor van dichtbij heeft gezien, kan in één oogopslag het onderscheid maken tussen een enduro en een trial. Een trialmotor heeft namelijk geen buddyseat. Trialrijden doe je immers rechtopstaand. Snappie?
Om het nog ingewikkelder te maken, moet ik de vraag ‘of ik ben wezen trialrijden’ sinds kort beantwoorden met: “Ja.” Want op het Trialpark Salz-stiegl bij Graz in Oostenrijk hebben mijn tot dan toe ongeoefende bovenbenen geleerd wat werken is. Ja, mensen, ik ben wezen trialrijden, en of!
Friedl Kaltenegger, manager en trainer van het Trialpark, stelt mij, door de afwezigheid van een buddyseat toch al licht onzeker, gerust. Een beetje, tenminste (“Friedl, hoe moet ik dat ding eigenlijk starten?” “Sorry, maar een trialmotor heeft niet zo’n schattig knopje waarmee de jullie meisjes de elektrische starter kunnen bedienen!”).
Hij brengt mij en mijn beide medecursisten – leden van de harde offroad-kern – eerst naar een wei die ’s winters als skipiste wordt gebruikt. Om vertrouwd te worden met de trialmotor, moet ik eerst een stukje tussen een serie pylonen slalommen.
Het gaat niet om snelheid
Eén ding leer ik al snel. Het gaat niet om snelheid, integendeel zelfs, die maakt alles alleen maar moeilijk. Alles draait om evenwicht en vaardigheid. Dat klinkt simpel maar voordat ik dat onder de knie heb, ben ik heel wat uurtjes verder. Want in mijn poging om niet te snel te rijden, knijp ik mijn motor zo sterk af dat ik in mijn eentje over de hindernis dreig te vliegen. Zonder motor. De smalle houten planken waar ik geacht wordt overheen te rijden, raak ik ternauwernood aan.
Na de eerste oefeningetjes op de wei trek ik mijn endurojack uit, want het zweet loopt in stroompjes over mijn rug. “OK jongens, we rijden nu daar naartoe. Daar gaan we een paar leuke hellinkjes pakken!” roept Friedl enthousiast. Ik slik even, en even later sta ik voor een wal uit aarde en stenen. En als het me, knieën naar beneden en bovenlichaam naar voren, ook nog lukt om boven te komen, ben ik even sprakeloos van die onverwachte prestatie. Ongelooflijk hoe zo’n trialmotor de berg op klautert!
In een droge beekbedding vol stenen maak ik voor het eerst in mijn motorcarrière een wheelie. De schuldige is een steen die in mijn ogen giga-, nee mégagroot is. Mijn manoeuvre is natuurlijk volledig onbedoeld, maar dermate indrukwekkend dat ik enthousiast en, volledig verblind door een kortdurend gevoel van zelfoverschatting, uitroep: “Zo, doe dat maar eens na!”
Friedl brengt ons naar het nabijgelegen bos en jaagt ons trialhelden over rotsen en boomstammen. Meer dan eens komen gedachten bij me op als: “Wat? Zo’n krappe bocht tussen die bomen en dan meteen die steile helling op? Hoe krijg ik dat in hemelsnaam voor elkaar?” Nou, vrij goed eigenlijk. Wat zeg ik: geweldig zelfs.
Na afloop is me duidelijk wat het verband is tussen ‘hij komt uit de trialsport’ en ‘hij heeft de Erzbergrodeo/Hell’s Gate/Romaniacs/Roof of Africa niet alleen overleefd maar zelfs gewonnen’. Trialrijden lijkt op het eerste gezicht niet spectaculair. Er spuiten geen fonteinen van modder de lucht in, je ziet geen modderbesmeurde rijders die eruit zien alsof ze zojuist terug zijn van een uitstapje naar de hel en geen motoren die door de lucht vliegen. Nee, trialrijden gaat om balans, rust en de juiste dosering van koppeling, rem en gashendel. Wie dat allemaal in de vingers heeft, die rijdt zó tegen een loodrecht lijkende wand omhoog. En dat is toch wel spectaculair om te zien.
Machtig leuk
Maar ook voor motorijders die niet de behoefte hebben om vanuit stilstand met motor op een vuilcontainer te springen – geloof me, die zijn er – is een trial-uitstapje een verrijking. Het is niet alleen machtig leuk, maar je leert dingen die in de dagelijkse praktijk nuttig zijn. Bijvoorbeeld om fijngevoelig met je bedieningsorganen om te gaan. Ik wil vaker off-road gaan rijden, en een rit over een bospad wordt een stuk leuker en veiliger als ik mijn machine goed beheers. Dan rij ik ook relaxter en wordt ‘endurovallen’ op een goede dag misschien wel ‘endurorijden’.
Mijn conclusie na een grandioze dag bij de familie Kaltenegger: dit trialpark is gewoon geweldig. Het 9,5 hectare grote terrein is niet alleen geschikt voor beginners zoals ik. Ook mijn medecursisten, die vaak al jarenlang off-road rijden, hadden er hun handen vol aan. Je kunt ook je vaardigheden verbeteren onder begeleiding van profs als de meervoudige Hongaarse kampioen Ferenc Szelei. Friedl en Regina Kaltenegger en hun team bieden daarnaast in het Moasterhaus activiteiten voor de motorvrije uurtjes aan: rotsklimmen, mountainbiken, boogschieten en natuurlijk bergwandelen. Franziska Huber
Meer informatie over het trialpark en het Moasterhaus vind je op de Website